LES 1 – IMPROVISEREN
In elke les ga je improviseren: je maakt eigen melodietjes.
Vanaf de c
- Zet je duim van de rechterhand op de centrale c. Dit heet de C-positie.
- Hou je andere vingers boven de toetsen naast de c. Sla géén toets over.
- Speel een zelf bedacht melodietje met de vijf toetsen c, d, e, f en g. Speel de c met vinger 1, de d met 2, enzovoort.
Links erbij
- Zet nu je linkerpink op de c onder die centrale c. Dat is de C-positie van de linkerhand.
- Hou je andere vingers boven de toetsen ernaast.
- Speel steeds de toon c met je linkerpink en speel er met rechts een melodietje bij.
Met je linkerpink speel je nu je eigen begeleiding!
Stapjes verder
- Speel de toon g met je linkerduim en speel er met rechts een melodietje bij.
- Lukt dat? Speel dan de tonen c en g tegelijk en speel met rechts een melodietje
- Als dat ook goed gaat, kun je de tonen c en g afwisselen, of ze om beurten of tegelijk spelen.
De linkerhand en de rechterhand in de c-positie
Tips
- Ga je improviseren? Probeer dan bijvoorbeeld eens te spelen hoe een regenbui klinkt. Of een luie zondagmiddag. Of de muziek van een spannende game.
- Speel korte noten en lange noten. Korte noten bij die regenbui, bijvoorbeeld, of lange noten bij een luie zondag.
Posities
Om te onthouden:
Om te onthouden:
- De positie van je rechterhand noem je naar de toets waar je duim op staat.
- De positie van je linkerhand noem je naar de toets waar je pink op staat.
Video: RH speelt improvisatie in C positie. LH speelt alléén de c met pink
Video: En nu speelt de LH ook de duim erbij.