Het is weer tijd voor een nieuwe positie: de E-positie.
In de E-positie gebruik je twee zwarte toetsen: de fis en de gis.
Bij de volgende combinaties van improvisaties ga je werken met een kort stukje dat vaak terugkomt in je improvisatie oftewel: een thema.
De vingerzetting is bij de 1e improv.: 3, 5, 1 (dat zijn dan de noten cis-e-a). Je speelt eerst in positie A, daarna E en dan weer A.
Nog een improvisatie met thema
De vingerzetting van dit thema is: 3, 2, 1 (dat zijn dan de noten gis-fis-e, in de E-positie).
Je speelt eerst in positie E, daarna C en dan weer E. In C-positie zijn de noten van het thema: e-d-c.
