Als je praat, gebruik je klemtonen. Het ene woord klinkt sterker dan het andere. In muziek doe je je dat ook. Daar worden ze zwaartepunten of muzikale accenten genoemd. Je begeleiding speel je vaak juist op die zwaartepunten.
Mieke
3 2 1 2 3 3 3
2 2 2 3 3 3
3 2 1 2 3 3 3
1 2 2 3 2 1
De dik gedrukte cijfers zijn de zwaartepunten in het melodietje van Mieke.
Speel het liedje eerst in de c-positie. Daarna kan je het ook in de g-positie proberen.
Met links speel je de begeleiding. Speel dus LH 5 en 1 bij de vingerzetting die dik gedrukt is.
Laat ze klinken
In het filmpje hoor je dat de tonen van de begeleiding steeds doorklinken tot ze opnieuw gespeeld worden. Probeer dat zelf ook te doen!
Advocaatje
Speel nu “Advocaatje” op dezelfde manier. Je kunt proberen om zelf de zwaartepunten in de muziek te ontdekken. Luister goed terwijl je speelt.
1 3 1 3 1 3 5
5 4 3 2 3 1
1 3 1 3 1 3 5
5 4 3 2 1
Zwaartepunten
Speel nu de begeleiding bij de dik gedrukte vingerzettingen:
1 3 1 3 1 3 5
5 4 3 2 3 1
1 3 1 3 1 3 5
5 4 3 2 1
Stapje verder
Ging dat je makkelijk af? Speel dan Advocaatje zoals je het net bij de improvisaties deed, maar nu met begeleiding op die zwaartepunten.
1. Advocaatje in de C-positie
2. Een improvisatie in de G-positie…
3. … en dan weer Advocaatje in de C-positie.
Even lang
Lukt dat? Probeer dan nu je improvisatie even lang te laten duren als Advocaatje. Meestal gaat dit vanzelf goed: je hebt een aangeboren gevoel voor lengtes in de muziek.
Filmpje: In bovenstaande video speel ik het liedje Advokaatje afgewisseld met een improvisatie. Luister en kijk goed naar de LH: soms speel ik pink en duim tegelijk en soms alleen de pink of de duim.