In de vorige les speelde je in de C-positie of de G-positie. Je kunt die twee posities ook in één improvisatie gebruiken. Dan begin je in de C-positie. Na een tijdje wissel je naar de G-positie. Daarna ga je weer terug naar de C.
Dat wordt zó opgeschreven:
Coupletten en refreinen
De meeste liedjes en popsongs bestaan uit refreinen en coupletten. De tekst van de refreinen is steeds hetzelfde. De test van de coupletten is steeds anders. Met muziek kun je dat ook doen.
1. Speel Mieke heeft een lammetje in de C-positie
2. Speel een korte improvisatie in de G-positie
3. Speel Mieke weer in de C-positie
Nu is Mieke heeft een lammetje het refrein geworden. Jouw improvisatie is het couplet. Natuurlijk kun je ook een hele serie coupletten spelen, steeds afgewisseld door Mieke.
